Het vertonen van de verschillende emoties komt sterk terug bij deze schetsen. Om te beginnen met de eerste schets, hier krijgen we 3 boze gezichten te zien, drie volledig verschillende hoofden die toch via deze ene emotie zijn verbonden. Dit vind ik interessant aan je werk, dat het toont hoe alles verbonden is via deze niet-uiterlijke kenmerken. Het werk toont dat het puur esthetische niet meer te bereiken is. Het doet er niet toe wie de mensen zijn of hoe ze zijn afgebeeld, de emotie achter hun blik is bepalend voor onze ervaring van het werk. Het werk toont de verschillende facetten van boosheid, het probeert een extra dimensie toe te voegen door verschillende invalshoeken. Met dit komen we bij Hegel terecht, we moeten proberen de spreekwoordelijke achterkant van het afgebeelde tonen in kunst om de echte aard van het kunstwerk voor te brengen. Het geschetste werk ernaast toont de blik van een persoon. We kijken in de ogen maar op deze manier zien we ook wat erachter zit, we kijken door de ogen. Op deze manier zien we de persoon en zien we wat de persoon heeft gezien, we kijken los van onze normale perceptie van tijd en ruimte. De mond is vrijwel afgekapt van het werk en gecombineerd met oftewel het werk hieronder of het werk dat straks nog komt is dit ook een zeer interessante take op emotie. De persoon kijkt precies emotieloos richting ons en in de werken die ik associeer met monden besef je dan ook hoe bepalend de mond voor een emotie is. Zoals hiervoor al gezegd is deze mond één van de grote bepalende factoren van de emotie. Dit is dan ook het enige gekleurde werk, waardoor er ook meteen aandacht naar wordt getrokken. De mond is en wordt omcirkeld door niet de gewone kleuren die we herkennen bij een mond maar eerder door kleuren die er net ver vanaf liggen. Toch herkennen we wat het is. Het complementaire van de mond tegenover de omgeving toont ook opnieuw hoe belangrijk deze is. Nu komen we terecht bij een afbeelding die sterk doet denken aan de eerste, ik ga er daarom ook niet zoveel over zeggen. We zien een blij en een verdrietig gezicht. Hier is in plaats van de emotie de persoon de verbindende factor. Het werk hiernaast kan je als van alles interpreteren maar ik vind het interessantste de verschillende ontbrekende monden van de tweede besproken schets afgevlakt tot hun meest pure vorm. Bij het laatste werk zijn er een aantal verschillende versies, ik wil het vooral over de vier laatste hebben. Dit is het werk waarover we hebben gepraat (in mijn ogen toch) maar dan omgedraaid, we hebben een persoon waar iedereen naar opkijkt maar in zijn eigen opzicht staat hij helemaal niet boven al die mensen maar zit hij juist, even alleen als daarboven, alleen op de grond in het donker. Wat ik nu bedoel met het omgekeerde is dat we hebben gepraat over dat de kunstenaar plezier uit zijn werk moet halen. Misschien is dit net een commentaar op het andere want als we de centrale figuur als kunstenaar zien merken we ook dat deze is aan het lijden. Opnieuw wordt de persoon als referentiepunt genomen en draaien de emoties hier rond.
Sinds de eerste wereldoorlog hebben mensen de neiging om de wereld niet meer als een samenhangend geheel te zien, en dit wordt ook doorgetrokken naar het individu. We zouden de eerste wereldoorlog in feite kunnen zien als de laatste druppel, want het feit dat na Hegel filosofen hun pogingen om de wereld in een idee te vatten staken, wijst al in de richting van dit nieuwe mens-en wereldbeeld. Wat jouw schetsen interessant maakt, is dat je bijna tegenintuïtief de emoties als een geheel weergeeft. Vooral het laatste beeld lijkt mij daar een mooie illustratie van. Jij behoudt ons gefragmenteerde karakter maar lijmt het terug aan elkaar. Stel je tien stukken van tien verschillende vazen voor, die je dan weer aan elkaar plakt. Dat creëert een onpraktisch, wankel voorwerp, maar wel een met een verhaal. Tien nieuwe vazen zullen nooit meegemaakt hebben wat onze gekunstelde vaas beleefd heeft. De gelijmde vaas is superieur, puur omdat ze de veelheid en complexiteit van haar vaas-zijn niet alleen respecteert, maar ook omarmt. Naar mijn mening geldt het principe van de vaas ook voor menselijke emoties. Als je boos bent, voel je maar zelden enkel boosheid. Woede gaat gepaard met verdriet, nostalgie, liefde, etc. Dat gegeven maakt ons gevoelsleven complexer en ons bestaan interessanter. Filosofen zoals Nietzsche stelden heel correct vast dat de wereld niet volgens een idee te vatten is. Wat hij dus deed, was zich volledig van zo’n eenheidsprincipe afkeren, en de wereld beschouwen in heel zijn complexiteit. Naar mijn gevoel doet Nietzsche bewust geen pogingen om zijn vazen terug ineen te zetten. In de ethiek gebeurt vaak het omgekeerde. Aristoteles zegt in principe dat je leven wordt opgebouwd uit ervaringen, dat je fouten moet maken om een beter mens te worden. Het leven als geheel wordt zo dus een semi-samenhangende verzameling van vallen en opstaan. Door te werken met verschillende lagen en nuances, volg je dus niet per sé een eenheidsprincipe, wat zou willen zeggen dat alle emoties onder een noemer zouden kunnen vallen. Je scheurt ze echter ook niet los van elkaar, maar toont hen in hun gehele complexiteit.
Het vertonen van de verschillende emoties komt sterk terug bij deze schetsen. Om te beginnen met de eerste schets, hier krijgen we 3 boze gezichten te zien, drie volledig verschillende hoofden die toch via deze ene emotie zijn verbonden. Dit vind ik interessant aan je werk, dat het toont hoe alles verbonden is via deze niet-uiterlijke kenmerken. Het werk toont dat het puur esthetische niet meer te bereiken is. Het doet er niet toe wie de mensen zijn of hoe ze zijn afgebeeld, de emotie achter hun blik is bepalend voor onze ervaring van het werk. Het werk toont de verschillende facetten van boosheid, het probeert een extra dimensie toe te voegen door verschillende invalshoeken. Met dit komen we bij Hegel terecht, we moeten proberen de spreekwoordelijke achterkant van het afgebeelde tonen in kunst om de echte aard van het kunstwerk voor te brengen. Het geschetste werk ernaast toont de blik van een persoon. We kijken in de ogen maar op deze manier zien we ook wat erachter zit, we kijken door de ogen. Op deze manier zien we de persoon en zien we wat de persoon heeft gezien, we kijken los van onze normale perceptie van tijd en ruimte. De mond is vrijwel afgekapt van het werk en gecombineerd met oftewel het werk hieronder of het werk dat straks nog komt is dit ook een zeer interessante take op emotie. De persoon kijkt precies emotieloos richting ons en in de werken die ik associeer met monden besef je dan ook hoe bepalend de mond voor een emotie is.
BeantwoordenVerwijderenZoals hiervoor al gezegd is deze mond één van de grote bepalende factoren van de emotie. Dit is dan ook het enige gekleurde werk, waardoor er ook meteen aandacht naar wordt getrokken. De mond is en wordt omcirkeld door niet de gewone kleuren die we herkennen bij een mond maar eerder door kleuren die er net ver vanaf liggen. Toch herkennen we wat het is. Het complementaire van de mond tegenover de omgeving toont ook opnieuw hoe belangrijk deze is.
Nu komen we terecht bij een afbeelding die sterk doet denken aan de eerste, ik ga er daarom ook niet zoveel over zeggen. We zien een blij en een verdrietig gezicht. Hier is in plaats van de emotie de persoon de verbindende factor. Het werk hiernaast kan je als van alles interpreteren maar ik vind het interessantste de verschillende ontbrekende monden van de tweede besproken schets afgevlakt tot hun meest pure vorm.
Bij het laatste werk zijn er een aantal verschillende versies, ik wil het vooral over de vier laatste hebben. Dit is het werk waarover we hebben gepraat (in mijn ogen toch) maar dan omgedraaid, we hebben een persoon waar iedereen naar opkijkt maar in zijn eigen opzicht staat hij helemaal niet boven al die mensen maar zit hij juist, even alleen als daarboven, alleen op de grond in het donker. Wat ik nu bedoel met het omgekeerde is dat we hebben gepraat over dat de kunstenaar plezier uit zijn werk moet halen. Misschien is dit net een commentaar op het andere want als we de centrale figuur als kunstenaar zien merken we ook dat deze is aan het lijden. Opnieuw wordt de persoon als referentiepunt genomen en draaien de emoties hier rond.
Sinds de eerste wereldoorlog hebben mensen de neiging om de wereld niet meer als een samenhangend geheel te zien, en dit wordt ook doorgetrokken naar het individu. We zouden de eerste wereldoorlog in feite kunnen zien als de laatste druppel, want het feit dat na Hegel filosofen hun pogingen om de wereld in een idee te vatten staken, wijst al in de richting van dit nieuwe mens-en wereldbeeld. Wat jouw schetsen interessant maakt, is dat je bijna tegenintuïtief de emoties als een geheel weergeeft. Vooral het laatste beeld lijkt mij daar een mooie illustratie van.
BeantwoordenVerwijderenJij behoudt ons gefragmenteerde karakter maar lijmt het terug aan elkaar. Stel je tien stukken van tien verschillende vazen voor, die je dan weer aan elkaar plakt. Dat creëert een onpraktisch, wankel voorwerp, maar wel een met een verhaal. Tien nieuwe vazen zullen nooit meegemaakt hebben wat onze gekunstelde vaas beleefd heeft. De gelijmde vaas is superieur, puur omdat ze de veelheid en complexiteit van haar vaas-zijn niet alleen respecteert, maar ook omarmt. Naar mijn mening geldt het principe van de vaas ook voor menselijke emoties. Als je boos bent, voel je maar zelden enkel boosheid. Woede gaat gepaard met verdriet, nostalgie, liefde, etc. Dat gegeven maakt ons gevoelsleven complexer en ons bestaan interessanter.
Filosofen zoals Nietzsche stelden heel correct vast dat de wereld niet volgens een idee te vatten is. Wat hij dus deed, was zich volledig van zo’n eenheidsprincipe afkeren, en de wereld beschouwen in heel zijn complexiteit. Naar mijn gevoel doet Nietzsche bewust geen pogingen om zijn vazen terug ineen te zetten. In de ethiek gebeurt vaak het omgekeerde. Aristoteles zegt in principe dat je leven wordt opgebouwd uit ervaringen, dat je fouten moet maken om een beter mens te worden. Het leven als geheel wordt zo dus een semi-samenhangende verzameling van vallen en opstaan.
Door te werken met verschillende lagen en nuances, volg je dus niet per sé een eenheidsprincipe, wat zou willen zeggen dat alle emoties onder een noemer zouden kunnen vallen. Je scheurt ze echter ook niet los van elkaar, maar toont hen in hun gehele complexiteit.